Landbouwbanden monteren: zo doe je het

Wanneer een tractorband vervangen moet worden, dan gelden belangrijke montageregels om de veiligheid te waarborgen. Vergis je niet, het is een intensieve klus. In de meeste gevallen raden wij aan om hulp te vragen van een (landbouw)bandenspecialist. Zorg in ieder geval vooraf dat je zeker weet dat de nieuwe landbouwband de juiste is voor uw bestaande velg én voor de werkzaamheden waar hij voor ingezet wordt.
Landbouwbanden monteren: zo doe je het


Werk altijd met het juiste gereedschap, volgens de juiste methoden én met een correct persluchtsysteem met drukbeveiliging. Voor uw eigen veiligheid zijn ook een veiligheidsbril, veiligheidsschoenen, gehoorbeschermers en een bandenkooi van wezenloos belang. Heeft u geen kooi beschikbaar, zorg dan voor voldoende afstand bij het oppompen.

De oude landbouwband verwijderen

Voorafgaand aan de montage van een band, moet natuurlijk eerst de oudere band verwijderd worden van het voertuig. Het is belangrijk dat u dit nooit – maar dan ook écht nooit – doet als deze nog is opgepompt. Gebruik wiggen zodat de trekker of het landbouwvoertuig niet kan rollen, waarna u hem op een krik zet. Op deze manier komt het betreffende wiel vrij van de grond. 

Smeer de velgrand en de hiel van de band in met montagevet. Op deze manier kunt u de band, met gebruikmaking van de technische hulpstukken, gemakkelijker van de velg halen.

Voorbereiding op het monteren van de landbouwband

Montage van een nieuwe landbouwband, wat je vanwege de controlemogelijkheden verticaal – dus op het voertuig – doet, begint met enkele voorbereidende stappen:

  • Controleer of de band, velg en binnenband bij elkaar én bij het voertuig en gebruiksdoel passen.
  • Maak de velg schoon en controleer op beschadigingen aan de binnenzijde.
  • Gebruik bij montage met een binnenband altijd een nieuwe binnenband. Bij een tubeless band gebruikt u uiteraard een tubeless velg; plus altijd een nieuw tubeless ventiel monteren.
  • Bij volumineuze banden hydraulisch gereedschap, zoals een hieldrukker en/of hiellichter, gebruiken.

Als laatste voorbereidingsstap smeer je de velgrand en de hielen van de nieuwe band in met bandenvet. Zorg voor een dunne laag op binnen- en buitenzijde van de band (tip: aan de buitenzijde ca. 5 centimeter hoger dan de hoogte van de velgrand).

De 7 stappen bij de montage van een landbouwband

Bij de start van de montage zorg je eerst dat ventiel of ventielopening zich aan de onderkant bevindt. Vervolgens:

  • Breng de band met de eerste hiel aan op de velgrand.
  • Duw deze er stukje bij beetje overheen. De hiel van de band komt in de diepste groef van de velg.
  • Pomp de binnenband iets op en leg deze in de velg en steek het ventiel door het ventielgat.
  • Duw de tweede hiel over de velgrand en in de diepste groef van de velg (eindig bij het ventiel).
  • Centreer de band op de velg.
  • Check of de binnenband niet door de hielen wordt afgekneld.
  • Pomp de band tot ongeveer 2,5 bar op, waardoor de hielen goed op hun plek komen.

Enkele algemene gebruikstips

  1. Verwarm een velg waarop een band is gemonteerd nooit (niet lassen of solderen).
  2. Controleer regelmatig de bandenspanning.
  3. Een te lage spanning zorgt voor onnodige slijtage van het karkas.
  4. Een te hoge spanning geeft een kleiner contactvlak van de band met de grond (verlies van grip, kwetsbaarder voor schades).

Wielmoeren aandraaien

Het aandraaien van de wielmoeren gebeurt stapsgewijs en telkens wisselend naar diagonaal tegenover elkaar geplaatste moeren, totdat de juiste waarde is bereikt. Beschadigde of verroeste moeren vervangt u door nieuwe. De aanhaalmomenten vindt u bij de technische gegevens in de handleiding van het voertuig.

Wielmoeren natrekken

Wielen zijn vóór aflevering altijd behandeld met grondverf en een laklaag. Dit beschermt de wielen, maar betekent tevens dat de moeren dit laagje gaandeweg afslijten; vooral als de wielen vaker gewisseld worden. Extra controle kan dus geen kwaad. Ook moeten de wielmoeren zich na aandraaien even ‘zetten’. Daarom is het bij nieuwe voertuigen en na iedere wielwisseling noodzakelijk na elke 50 tot 100 kilometer de wielmoeren na te trekken. Pas dan zijn ze veilig en correct gemonteerd. Zijn de omstandigheden qua inzet van het voertuig extreem zwaar? Dan is het aan te bevelen de wielmoeren tussentijds bij routinecontroles ook te controleren.

Tot slot

Om de band verder op zijn plaats te krijgen en op te pompen, is het zaak goed te controleren of de band (hielen) goed op zijn plaats zit. Dan kan de band tot gebruiksspanning worden opgepompt. Doe dit ofwel in een bandenkooi ofwel neem voldoende afstand.

Meer informatie?

Bij vragen kunt u contact opnemen met één van onze experts via +31 (0)523 850 850 of kunt u mailen naar info@heuver.nl. Ook vindt u een schat aan informatie op onze landbouw kennispagina.